Over de grens #4
- Across the border

- 6 aug
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 3 sep
Van oktober tot januari was W1555-bewoner Ieke in India.
Uit de W1555 Buurtkrant van April 2025 door Ieke

Het is mijn verjaardag en ik kom aan op mijn eerste bestemming in Mumbai. Ik ben hier twee jaar geleden een dag en een nacht geweest en zou hier liever niet zijn. Als je in de nacht op de Western Express Highway fly-over rijdt, dan kijk je naar eindeloze wolkenkrabbers voordat je in het oude stadsgedeelte in het zuiden aankomt. Het voelt als een dystopisch futuristische sciencefictionfilm. Ik kijk naar de raampjes in de torenhoge gebouwen waar het licht aan staat en zoek naar het menselijke in deze grote massa van glas en beton.
Met volle overtuiging doordrenkt met zweet oefen ik als wandelaar de straten in Chembur te doorlopen. Het is een kwestie van aansluiten bij een local wanneer ik een drukke straat met verkeer uit drie richtingen wil oversteken. Ik speel theater, ik beeld me in dat ik hier al jaren rondloop om naïef in de massa op te gaan. Ik laat de binnenkant van mijn handpalm zien om het verkeer te stoppen.
Het is iets van twee uur reizen met de trein van Mumbai en een auto-riksja opvolgend naar het Vanvadi geregenereerde bos. Met open ramen en deuren in de laagste klasse van de trein zit ik in de vrouwencoupé. Verkopers komen langs en hangen hun koopwaar pal voor je neus. Oorbellen, halskettingen, armbanden en neusringen, allemaal van plastic. Ik wissel een paar woorden met de vrouw die tegenover mij zit. Beperkt is mijn kennis van Hindi, zij spreekt Marathi en een paar woorden Engels. Ze geeft mij een eigengemaakte boli, een plat broodje gevuld met zoete jaggery.
Het is spannend onderweg naar het veelbelovende bos. Geen elektriciteit, geen internet en geen telefoon ontvangst voor de komende week of weken. Het is onduidelijk hoe lang ik daar mag blijven. Bij aankomst lopen we door een houten hek naar het huis van steen, balken, modder en dakpannen. In plaats van muren heeft de woonkamer het groen van het bos waar je naar kijkt. Voor het eerst zit ik op een laagje gedroogd koeienmest, waarmee de vloer is bedekt. Het is comfortabel. Ik vraag me af of ik water uit de waterbron kan drinken. In de keuken ligt het hout in de chulha te branden en is er net een pot water gekookt. Wat blijkt, drie maanden geleden is de elektriciteit aangesloten.
Ik kan kiezen tussen het Indiaas toilet of de Westerse. Doe mij maar hurken, het voelt meer natuurlijk en zo kan ik met regenwater mijn achterste beter reinigen. Ondanks de tijd van het jaar regent het veel. De monsoon is nog niet voorbij. Het water in de rivier staat hoog en de stroming van de ene waterbank naar de andere is een aanhoudende ruis die dag en nacht te horen is. Wanneer het donker is, valt de elektriciteit soms uit. We eten met petroleumlampen naast onze zijde en ik slaap vroeg want het is donker.
In het Adivasi dorp Chinchwadi doe ik een workshop schaduwspel met wel 50 kinderen. Het is een totale verrassing dat er zoveel kinderen zijn. Achterop de motor kom ik laat aan en wordt het al snel donker. Ik wil geen troep achterlaten en besluit oude kranten te gebruiken als materiaal voor kostuums. We vouwen, scheuren en plakken met eigen gemaakte lijm. De kinderen krijgen de opdracht zwerfafval te verzamelen, want ook in dit dorp komen steeds meer verpakte bewerkte producten binnen. We hebben veel lol. Toch ligt er op het einde een flinke berg afval en de volgende dag zie ik dat deze in de fik is gestoken, inclusief het plasticafval.
Na Maharashtra reis ik door naar West-Bengalen.















Opmerkingen